Geodelta heeft een hoogteverschilraster ontwikkeld door de datasets van AHN3 en AHN4 te vergelijken. Dit raster biedt een nauwkeurig inzicht in ondiepe bodembewegingen, zonder te worden verstoord door meetfouten uit de originele datasets.
Waarom een hoogteverschilraster?
Bij eenvoudige vergelijkingen tussen AHN3 en AHN4 kunnen meetfouten leiden tot verschillen tot wel 20 centimeter, zonder dat er sprake is van echte bodembeweging. Dit kan misleidende conclusies opleveren. Geodelta heeft daarom een innovatieve methode ontwikkeld, gebaseerd op schranking over zadeldaken, om de nauwkeurigheid significant te verbeteren.
Schranking op zadeldaken
De kern van de methode is de veronderstelling dat noklijnen van zadeldaken stabiel blijven over tijd. Door deze stabiele referentiepunten te gebruiken, kunnen afwijkingen tussen verschillende vliegstroken worden gecorrigeerd. Het resultaat is een hoogteverschilraster dat meetfouten minimaliseert en een duidelijker beeld geeft van veranderingen in het landschap.
Het concept achter schranking op zadeldaken
Resultaten en voordelen
- Verbeterde nauwkeurigheid: Het geschrankte hoogteverschilraster heeft een aanzienlijk smaller ruisniveau dan een ongeschrankt raster.
- Ondiepe bodembewegingen: Het raster maakt subtiele veranderingen in de oppervlaktelaag zichtbaar.
- Betrouwbare data: De aanpak elimineert meetfouten die traditioneel aanwezig zijn in AHN-vergelijkingen waarbij de datasets eenvoudig van elkaar worden afgetrokken.
Gebruik, toepassingen en vervolg
De ontwikkeling van deze aanpak is mogelijk gemaakt door het Waterschapshuis. Het wordt op dit moment verder ontwikkeld door Geodelta om een nog betere beschrijving van bodembeweging te kunnen geven. Een afgeleide versie van het hoogteverschilraster is beschikbaar op de website van het Waterschapshuis.
